Dit kan direct verbaal en non-verbaal zichtbaar zien. Het kind laat bijvoorbeeld zien dat het hem raakt:
- heel aandachtig en geconcentreerd luisteren
- lichaam dat ontspant
- veel vragen stellen
- tranen
- glimlachen
- rood worden
- blikken van verstandhouding
Let goed op de (kleine) non-verbale signalen. Het lichaam reageert als eerste en kan veel informatie geven. Denk bijvoorbeeld aan de handen die ontspannen of een andere manier van ademhalen.
Soms vermindert het probleemgedrag snel na het vertellen van het verhaal of laat het kind meer gewenst gedrag zien. Soms is het kind vooral ontroerd. En soms heeft het kind tijd nodig om het verhaal te verwerken.